De grootste winnaar van de Olympische Spelen? Dat is Parijs zelf
Terwijl de wereld zich richtte op de sportieve prestaties, was het vooral Parijs zelf dat met de aandacht ging lopen. De Franse hoofdstad heeft de lat hoog gelegd. Wat kan Brussel hiervan leren?
Dit artikel verscheen in KNACK, klik hier
De Olympische Spelen zitten erop! De medailles zijn verdeeld, en de topatleten keren terug naar hun thuisland voor een welverdiend feestje. Ook in Brussel werd er gevierd, met het balkon van het stadhuis als decor voor een Belgisch olympisch feest. En terecht, want Evenepoel en co. hebben het meer dan verdiend. Maar terwijl de wereld zich richtte op de sportieve prestaties, was het vooral Parijs zelf dat met de aandacht ging lopen. Van volleybal voor de Eiffeltoren tot taekwondo in het Grand Palais en skateboarden bij het graf van Napoleon, kosten noch moeite werden gespaard om de iconische monumenten op te frissen.
Maar de grootste winst van deze Olympiade vond plaats onder de waterlijn. En dan spreek ik niet enkel over de waterkwaliteit van de Seine. Parijs heeft een reuzensprong gemaakt naar een klimaatneutrale toekomst. Als Brussel zich wil plaatsen voor de Olympische Spelen van duurzame steden in 2030, moeten we nu versnellen.
De organisatie had het tot vervelens toe aangekondigd: dit zouden de 'groenste' Olympische Spelen in de geschiedenis worden. En los van de enorme ecologische voetafdruk om atleten, journalisten en toeristen naar Parijs te halen, zijn er zeker heel wat stappen gezet. Zo werd 95% van de infrastructuur tijdelijk gebouwd of hergebruikt, werd er 100% hernieuwbare energie gebruikt, en werd het gebruik van single-use plastics met 50% verminderd. Daarnaast werd 80% van het afval tijdens de Spelen gerecycleerd – denk aan de inmiddels beruchte kartonnen bedden die, als ik de atleten mag geloven, verrassend comfortabel bleken.
Toch is het vooral de langetermijnvisie van Parijs die de gouden medaille verdient. De stad heeft maar liefst 1,4 miljard euro geïnvesteerd in de schoonmaak van de Seine. Ook werd er 415 kilometer aan extra fietspaden aangelegd die de Olympische locaties verbinden. Deze zullen nog lang na de Spelen worden gebruikt door de Parijzenaars. Straten en pleinen werden vergroend en de Champs-Elysées wordt geleidelijk een autoluwe stadstuin. Maar ook de buitenwijken werden aangepakt. Le Village des Médias zorgt voor een enorme opwaardering van Dugny. Het beruchte stadsdeel Saint-Denis werd de thuisbasis van het Olympisch Dorp, dat na verbouwing plaats zal bieden aan 6.000 bewoners en 6.000 werknemers, met woningen, kantoren, scholen, parken en sportfaciliteiten, circulair gebouwd met hoofdzakelijk hout en gerecyclede materialen.
De Spelen hebben Parijs niet alleen een sportieve boost gegeven, maar ook een stedelijke transformatie mogelijk gemaakt. Vastgeroeste bestuurslagen werden geforceerd opengebroken, en beleidsmakers werden verplicht om samen naar één doel te werken. Een onwaarschijnlijke prestatie binnen de legendarische Franse bureaucratie. Twee publieke beheermaatschappijen, COJO en Solideo, werden opgericht om de uitdagingen aan te pakken: de eerste voor de organisatie op korte termijn (vandaag) en de andere voor de organisatie op lange termijn (morgen). Met een budget van 1,5 miljard euro aan publieke middelen, aangevuld met nog eens 1,5 miljard aan privaat kapitaal, heeft die laatste hele stadswijken getransformeerd tot innovatieve en duurzame wijken voor de toekomst.
Parijs heeft de lat hoog gelegd, maar dat betekent niet dat Brussel moet achterblijven. De Olympische Spelen van duurzame steden zijn begonnen, en als Brussel zijn medaille wil winnen, moet het nu versnellen. De bal ligt nu bij de volgende Brusselse regering en gemeentebesturen: durf te dromen, durf te investeren en durf te winnen. Want als we nu niet versnellen, verliezen we opnieuw van Frankrijk.
En hoewel de Belgische triatlete Claire Michel na haar duik in de Seine naar de dokter moest met darmproblemen, ziet het er toch naar uit de het water binnenkort schoon genoeg is om er na honderd jaar opnieuw in te springen. Een droom die voor het Brusselse kanaal voorlopig nog ver weg lijkt.
Wat kan Brussel leren van Parijs? Simpel: het gezamenlijke doel nastreven. Terwijl Parijs zichzelf transformeert tot Europa's groenste metropool tegen 2030, lijkt Brussel, ondanks goede intenties, telkens weer gas terug te nemen. Denk maar aan de gemeentetaks op laadpalen of het uitstel van een verstrenging van de lage-emissiezone. En natuurlijk gaat het ook over geld. Brussel en bij uitbreiding België beschikken vandaag niet over de budgettaire ruimte om de Spelen te organiseren. Maar moet dat? Laten we een doel formuleren dat ook zonder de Spelen beleidsmakers kan forceren tot grootse beslissingen. We doen gewoon alsof! Wat als we dezelfde ambitie en urgentie zouden inzetten om onze stad toekomstbestendig te maken? Investeren in een zwembaar kanaal, en rioleringen die niet maandelijks in de Zenne stromen. Of een performante metrolijn die Brusselaars op een duurzame manier naar Schaarbeek en Vorst brengt? De langetermijnwerken voor de Spelen in Parijs waren geen luxe; ze waren een noodzaak.
Parijs heeft de lat hoog gelegd, maar dat betekent niet dat Brussel moet achterblijven. De Olympische Spelen van duurzame steden zijn begonnen, en als Brussel zijn medaille wil winnen, moet het nu versnellen. De bal ligt nu bij de volgende Brusselse regering en gemeentebesturen: durf te dromen, durf te investeren en durf te winnen. Want als we nu niet versnellen, verliezen we opnieuw van Frankrijk.
Frederik Ceulemans